Photoshop is dé fotobewerkingssoftware bij uitstek. Toch is het een complex programma dat oefening vergt. Dankzij deze 3 handige tips schiet je zo uit de startblokken!
Sneltoetsen
Om vlot te kunnen werken, is het essentieel om sneltoetsen of “shortcuts” onder de knie te krijgen. Dit zijn een aantal veelgebruikte sneltoetsen:
M = move of verplaatsen
B = paintbrush of penseel
E = eraser tool of gummetje
spatiebalk = temporary hand key of handje
S = stamp of kloonstempel
D = zet de voor- en achtergrondkleur op standaard, meestal is dit zwart en wit
X = wisselt voor- en achtergrondkleur
Met deze shortcuts kom je al een heel eind. Via het menu ‘Bewerken’ => ‘Sneltoetsen’ kan je de sneltoetsen raadplegen en aanpassen naar jouw persoonlijke smaak.
Levendigheid en verzadiging
Het verschil tussen levendigheid (vibrance) en verzadiging (saturation) is vrij eenvoudig, maar toch essentieel. Beide functies verbeteren de kleuren van een foto. Met ‘verzadiging’ kan je de intensiteit van alle kleuren tegelijk verhogen. Aan de hand van ‘levendigheid’ blijven geel- en oranjetinten het langst onbewerkt. Dat maakt deze functie nuttig om foto’s van mensen te bewerken zonder dat de huidskleur oranje uitslaat. Want je wil toch niet dat je model er uitziet als een wortel?
Vignette
Aan de hand van een vignette kan je de zijkanten van een afbeelding donkerder maken. Zo komt de focus te liggen op het centrale onderwerp. Dit kan op een snelle en eenvoudige manier! Ga naar het menu ‘Filter’ en kies voor ‘Lenscorrectie’. In het tabblad ‘Aangepast’ verschijnt de vignette-functie. Hier kan je de grootte en intensiteit instellen. Zo simpel is het!
Wil je graag meer te weten te komen over Photoshop? Schuilt er een geboren grafisch ontwerper in jou? Deze tips en nog veel meer komen aan bod in de opleiding Photoshop of Grafisch Vormgever !
blogTags
fCompareCourses
fCompareMax3Courses
-
blogShare